Hortitops Zaden - Rozemarijn

Rozemarijn. Kan vanaf maart-april in een kweekbakje gezaaid worden of in de periode april-juni buiten op een zaaibed; één keer verspenen en vervolgens uitplanten. ‘s Winters tegen de vorst beschermen of -als potplant binnenshuis overwinteren.

Zaaien op een zaaibed
1. Het zaaibedje moet beschut en in halfschaduw liggen; bewerkt de grond voor door deze om te spitten zodat het overtollige water gemakkelijk kan afvloeien. Maak de grond losser en breng structuur aan door de aarde te mengen met turfstrooisel en/of organische mest.
2. Strooi de zaden zo gelijk mogelijk uit.
3. Houdt het zaaisel de eerste dagen vochtig. Eventueel kan je hierbij gebruik maken van vochtige lappen. Laat de grond beslist niet uitdrogen.
4. Houdt het zaaibed onkruidvrij.
5. Na opkomst plant je de plantjes uit op hun uiteindelijke plaats van bestemming. Op de verpakking staat aangegeven op welke afstanden dit het beste kan gebeuren. Met de vermelding 40 x 30 cm wordt bedoeld: een afstand tussen 2 rijen van 40 cm, en een afstand tussen 2 plantjes van 30 cm.

Zaaien onder (warm) glas - Tips and Tricks
Met binnen zaaien, of zaaien onder (warm) glas bedoelen we het zaaien in een zaaibakje in bijvoorbeeld de huiskamer of in een verwarmde hobbykas. Hieronder vind je tips hoe je dit het beste kunt aanpakken.
1. Meng het zaai en stekgrond met een flinke schep scherpzand (rivier zand), dit voorkomt nare bodemschimmels.
2. Bij verwarmde kweek: Totdat de zaadjes kiemen, moet het bakje bij een temperatuur van minimaal 18 ºC of meer worden weggezet. Bekijk de verpakking van je aankoop voor de juiste opkweektemperatuur. Tip! Maak gebruik van een verwarmd kweekkasje, hiermee is eenvoudig een bodemtemperatuur van 20 ºC te realiseren en dit komt het zaaisel zeker ten goede.
3. Pas op voor condens druppels en zorg voor voldoende ventilatie, anders kunnen de ontkiemende zaadjes gaan schimmelen.
4. Zodra aan de kiemplantjes echte blaadjes verschijnen, is het tijd om ze te verspenen. Met verspenen wordt bedoeld het overzetten van de plantjes in een ander zaaibakje of potje op een grotere onderlinge afstand, ongeveer 5 cm. Het doel hiervan is het verkrijgen van een sterker wortelgestel. Tip! Gebruik hiervoor een verspeenstokje.
5. Zorg dat de jonge plantjes voldoende afgehard zijn voordat ze definitief naar buiten verhuizen. Zet de plantjes een week achtereen dagelijks wat langer buiten, zodat ze aan de weersomstandigheden kunnen wennen

Let op! Bovenstaande tips gelden als leidraad, volg altijd de aanwijzingen op de verpakking op.